In het stadsdeel Woensel, in
het noordwesten van Eindhoven, ligt het stadse dorp Acht. Het is een
heel oude nederzetting. De naam Acht wordt voor het eerst in 1303
vermeld als hertog Jan II aan “de lieden” van Strijp een stuk grond
verkoopt, dat onder meer grensde aan de \’Achter meere\’ (Achtse meren).
De naam Acht komt ook voor in een uitgiftebrief uit 1307 van de heer
van Woensel. Hij schrijft daarin over het “bos, dat men heet Achte”.
Waar
komt die naam vandaan? Men heeft in de loop der jaren verschillende
veronderstellingen gedaan. Een ogenschijnlijk voor de hand liggende was,
dat die naam ontstaan is vanwege het feit, dat er acht hoeven,
boerderijen, stonden. En uit die acht hoeven zou dan het dorp zijn
ontstaan. Die veronderstelling wordt vandaag de dag voor onjuist
gehouden. Een andere veronderstelling is, dat de plaats haar naam te
danken zou hebben aan het feit, dat de begroeiing met bos in dat gebied
de vorm van het cijfer acht had. Op oude kaarten is dat inderdaad ook te
zien. Oud-archivaris A.J. Kakebeeke heeft voor het ontstaan van de naam
Acht echter de volgende verklaring. Hij heeft die neergeschreven in een
schets over de bewoningsgeschiedenis van Acht. In 1307 is in oude
documenten sprake van “watre” (water), als een der begeerlijkheden van
het gebied waarin het huidige dorp is ontstaan. Kakebeeke veronderstelt,
dat er in 1307 ten noorden van het “bosch dat men heet Achte” al een
nederzetting bestond met graslanden, die in de buurt van veel water lag.
Daar lag inderdaad de Achtse loop, met zijn vele brontakken zoals de
Waterkantse loop, de Schoorse loop en de Heiloop.
Met name
In het Gotisch betekende water achwa. De “chw” in dit woord staat voor een klank, die in het Latijn “q” is geworden. Achwa werd aqua, water, aldus Kakebeeke. Hij denkt hierbij ook aan Duitse riviernamen, die op “ach” eindigen (Biberach). De “t” op het einde van het woord zou dan een plaatsbepalende uitgang zijn. Acht betekent dus de plaats, waar veel water voorkomt. Er stroomden daar inderdaad veel beken, een opvallend verschijnsel op die grote, droge heide. Op een oude overzichtskaart van Acht is te zien, dat het dorp vroeger duidelijk uit twee gedeelten bestond: Au Agt en Nij Agt, zoals die namen werden gespeld. Oud Acht is de kern, het centrum, waar nu de Sint-Antoniuskerk staat; nieuw Acht zijn de ontginningen ten westen daarvan. Die twee benamingen, Au en Nij Agt, kome sinds 1456 in archivalia voor. In die ontginningen liggen dan hoeven als Den Tegenbosch, Den Hurck en Den ouden Hurck om de Mispelhoef. Heel globaal genomen waren het de ontginningen langs de huidige Mispelhoefstraat en de Oirschotse Dijk. Waarom zegt iemand, die uit Acht afkomstig is, dat ie “op” Acht woont en niet “in” Acht? Men spreekt van “op Acht” en “in Woensel”. Kakebeeke heeft dat aldus verklaard: Woensel was vroeger een parochie; men woonde “in” (binnen de grenzen van) Woensel. Acht was een onderdeel van die parochie, men woonde “op” (ter plaatse van) Acht. Hoe dan ook; wie zal nù nog de Achtse slogan durven wijzigen: “Op Acht is het zò!”